‘Vrijmibo’, tafeltennis, sporten met collega’s, bedrijfsreizen, je ziet het steeds vaker terug komen binnen organisaties om de werksfeer te bevorderen en nieuwe collega’s aan te trekken. Uit onderzoek blijkt namelijk dat een goede werksfeer op dit moment energiegever nummer 1 is voor millennials en generatie Z. Dit wordt bepaald door de samenwerking en de relatie met collega’s; logisch want je spendeert meer tijd met je collega’s dan met vrienden, familie of zelfs je partner. Dan kan het maar beter leuk zijn, toch? De relatie tussen collega’s wordt versterkt door deze activiteiten en gefaciliteerd door de werkgever, wat maakt dat collega’s sneller niet enkel meer collega’s zijn maar dat hier ook vriendschap bij komt kijken.
Wanneer de verschillende rollen tussen vriendschap en collega’s door elkaar heen gaan lopen, wordt het lastiger voor mensen om grenzen te trekken. Op werkgebied is het vaak minder lastig om ‘nee’ te zeggen, maar wanneer je iemand als vriend beschouwt kan dit een stuk lastiger worden. Vriendschap gaat namelijk gepaard met de morele verplichting om een vriend te helpen. Dus terwijl je normaal gesproken grenzen kan trekken om jezelf te beschermen, vervagen deze grenzen in de naam van vriendschap. Wanneer dit gebeurt zal privé gemixt worden met werk en vice versa en zal de werk-privé balans verstoord worden. Dit kan als erg stressvol worden ervaren en verhoogt de kans op een burn-out.
Ook kunnen vriendschappen op de werkvloer leiden tot een voortrekcultuur. Managers kunnen moeite hebben met het objectief kijken naar medewerkers die tevens vrienden zijn. Ze kijken in dit geval niet objectief omdat ze niet verder kunnen kijken dan de informele relatie of omdat het moeilijk is om vriendschap te bekritiseren. In een conflict tussen werk en vriendschap neemt vriendschap namelijk vaak de overhand. Dit kan resulteren in dat sommige medewerkers meer kansen, leukere opdrachten of een hoger salaris aangeboden krijgen omdat ze bevriend zijn met de juiste personen binnen de organisatie. Dit kan erg demotiverend werken voor anderen, die deze vriendschappen niet hebben en kan leiden tot scheefgroei binnen organisaties.
De vriendschapscultuur kan ook zorgen voor uitsluiting en anderen het gevoel geven dat ze er niet bij horen. Als collega’s goed met elkaar kunnen opschieten kan dit voor nieuwe medewerkers als extra afstand voelen dan dat er vanzelfsprekend al is wanneer je ergens nieuw komt. Zo kan je bijvoorbeeld gesprekken overhoren van collega’s die na het werk samen iets gaan doen waarvoor jij (nog) niet uitgenodigd bent en kan dit extra druk geven om niet alleen op professioneel gebied goed te presteren maar ook op privé gebied.
Daarnaast gaan de activiteiten die vriendschappen stimuleren vaak gepaard met muziek, sport en alcohol. Mensen die hier niet van houden of een druk sociaal leven buiten werk hebben kunnen al snel buitengesloten worden of krijgen de stempel niet bij het bedrijf te passen. Deze medewerkers zullen logischerwijs sneller uitstromen omdat ze het gevoel hebben er niet bij te horen. Dit is een gemis voor organisaties omdat dit de diversiteit van het medewerkersbestand verkleint en dus ten koste gaat van je creatieve en innovatieve vermogen als organisatie.
Tot slot kunnen vriendschappen op het werk een gevaar zijn voor je visie op iemands ontwikkeling. Het is lastig om positief kritisch te zijn over professionele prestaties van een collega wanneer je ook vrienden bent. Uit onderzoek blijkt dat moeilijke of kritische gesprekken liever vermeden worden omdat mensen bang zijn hun persoonlijke relatie te schaden en angst hebben om het met elkaar oneens te zijn. Dit kan in de weg staan van de ontwikkeling van zowel jouw collega/ vriend, de ontwikkeling van de organisatie, als je eigen persoonlijke en professionele ontwikkeling. Blijf je dus altijd afvragen wanneer je je collega ziet als een collega en wanneer je deze persoon ziet als een vriend. Wanneer je deze afweging goed maakt mag je dus ook positief kritisch zijn naar deze persoon, vanuit zakelijk oogpunt, om de ander, jezelf én de organisatie verder te helpen.
We kunnen concluderen dat het hebben van een vriendschap cultuur op het werk dus ook zeker een keerzijde heeft. Kijkend naar de toekomst willen we werkgevers zeker stimuleren om naar de positieve kanten van een vriendschap cultuur te kijken, maar ze er tevens op attenderen dat dit niet alleen de gouden oplossing is. Werkgevers zullen in gesprek moeten blijven met zowel medewerkers als leidinggevenden over hoe de vriendschappen tot uiting komen binnen organisatie om er voor te zorgen dat groei van het individu, het team en de organisatie voorop staat. Uiteindelijk draait het om het creëren van een cultuur waarin iedereen zich prettig voelt en ook echt onderdeel uitmaakt van de bedrijfscultuur. Of je nu van padellen houdt of niet.